Blogarchief

maandag 11 mei 2009

Wandelen door dicht bos, over heide, stuifzand en langs vennen, een glas koel trappistenbier bij de Achelse Kluis, Leenderbos en Groote Heide 22 km.






















Staatsbosbeheer heeft een aantal wandelingen door de gebieden die zij in bezit hebben uitgezet. Ze hebben daar een verzorgde folder van gemaakt die als PDF-file van hun website valt te downloaden. Ik mag graag van deze service van Staatsbosbeheer gebruik maken. De ervaring leert dat deze wandelroutes, die door de plaatselijke boswachters van het gebied zijn uitgezet, je langs de mooiste plekjes voeren. Zo viel laatst mijn oog op de wandeling door het Leenderbos en Groote Heide klik hier in Noord-Brabant, met een lengte van 22 km. Een stevige wandeling over slingerende zandpaden, door stille dichte bossen, over heide, stuifzand en langs vennen, die ik op zondag 10 mei 2009 heb gelopen. Ik heb vooraf thuis vanaf het meegeleverde kaartje de wandelroute overgezet naar een GPS-track. Vanaf een routebeschrijving een wandeling lopen gaat bij mij namelijk altijd geheid fout! De wandeling begint vanaf het parkeerterrein van het Leenderbos aan het Strijperpad in de gemeente Leende. Het was in de vroege ochtend nog wel een beetje fris, maar al snel ging de softshell uit en de pijpen van de afritsbroek er af. Kortom, het was weer een prachtige zonnige voorjaarsdag! Het kan niet op in 2009!

Boswachterij Leenderbos ligt in het hart van De Kempen. Het ‘bruine Brabant’, waar boeren vroeger een moeizaam bestaan leidden op de arme zandgronden. De Groote Heide herinnert daar nog aan. Dit stille gebied is ontsnapt aan de grootschalige ontginningen die in Brabant hebben plaatsgevonden. Er zijn fraaie vennen en zandverstuivingen. In de omgeving liggen schilderachtige beekdalen, zoals dat van de Tongelreep. En het Soerendonkse Goor is een écht moeras, waar op zomeravonden de roep van de roerdomp klinkt. Tot 1930 lag hier een uitgestrekt gebied met heide en zandverstuivingen. Aan het begin van de 20e eeuw was heide niet meer rendabel voor de landbouw. Door de opkomst van kunstmest waren heideplaggen en schapenmest overbodig geworden. Het gebied verwaarloosde en werd door Staatsbosbeheer aangekocht. Vervolgens zijn in het kader van de werkverschaffing bossen aangeplant. Het Leenderbos was een typisch productiebos, zoals ze ook elders in Nederland werden aangelegd. Eeuwenlang zijn op de heide veel valken gevangen en afgericht voor de jacht. Deze vorm van jacht werd als sport beoefend. Door de valkenvangst nam de welvaart van de arme bevolking op de onvruchtbare zandgronden toe. De laatste valk werd in 1928 gevangen. In Valkenswaard, dat er zijn naam aan dankt, is een museum gewijd aan de valkerij. Inmiddels heeft het gebied niet meer dezelfde functie als in de crisisjaren. Weliswaar ‘levert’ boswachterij Leenderbos jaarlijks 6000 kuub hout, maar recreatie en natuurwaarden zijn minstens zo belangrijk geworden. Het beheer is hier tegenwoordig vooral op gericht. Er lopen veel wandel-, fiets- en ruiterpaden. De bossen worden gevarieerder en daardoor aantrekkelijk voor meer verschillende diersoorten.

De parkeerplaats wordt aan de achterzijde verlaten. De route loopt voor het eerst gedeelte door een oud dicht gevarieerd bos, bestaande uit hoge zware douglassparren, dennen en loofbomen, zoals eiken en berken. Ik was blij dat ik de pijpen nog aan mijn afritsbroek had zitten, want de muggen waren in dit donkere vochtige bos superactief! Na een paar weilanden en weer een stukje bos komt de wandeling uit bij de vroegere visvijvers. Tegenwoordig zijn het overloopbekkens en waterreservoirs voor de Tongelreep. Het lange gras aan de oever van het water was behoorlijk vochtig. Dat kwam mooi uit, want nu kon de modder van een eerder gelopen wandeling aan mijn wandelschoenen zonder inspanning vanzelf worden verwijderd. Aan het einde van het graspad staat een vogelkijkhut, vanwaar uit je de waterreservoirs, en de vele vogels die zich hier ophouden, op je gemak kunt bekijken. Ik maakte de fout om het graspad langs het water verder te vervolgen. Dat is echter niet de bedoeling, want het pad houdt op een gegeven moment op. Dus dan maar weer terug gelopen en heb ik de juiste route verder over het fietspad vervolgt. Ondertussen werd het goed warm in de zon en gingen de pijpen van de afritsbroek er af. De softshell had ik al eerder uit gedaan. Heerlijk luchtig hoor! Het voorjaar is een gouden tijd voor wandelaars!

De wandeling loopt door het dal van de Tongelreep. De grote vlakte hiervoor was tot 1989 nog landbouwgrond van de Trappisten van het klooster de Achelse Kluis. Nu is natuurherstel de nieuwe bestemming van de grond. Het grondwaterpeil is verhoogd, de beek kronkelt weer door het terrein, en er graast rundvee om het open karakter van het gebied te behouden. Een aantal bomen kunnen de hoge grondwaterstand niet aan en zijn dood gegaan. Dat geeft ruimte voor nieuwe bestemmingen, zoals aan insekten en spechten, die zich graag in het dode hout nestelen. Er waren op den duur te weinig monniken in de Achelse Kluis om al die hectaren nog te bewerken, en ze werden steeds ouder. Nu concentreren ze zich op hun gastenverblijf, voor mensen die een tijdje midden in de prachtige stille natuur willen vertoeven, op zoek naar rust en bezinning. Of een trappistenbiertje, ook dat is mogelijk. Staatsbosbeheer heeft in 1989 de abdijbezittingen op Nederlands grondgebied kunnen aankopen en er iets bijzonders mee gedaan. De grond is verschraald, de beek meandert nu weer, en in een mum van tijd is er een flink wilgenbos ontstaan. Voor salamanders, kikkers en padden zijn er enkele poelen aangelegd. En de beek is goed ingericht met een passage voor trekvissen. Er zit veel vis, ook niet-alledaagse soorten als winde, kwabaal, bermpje en beekprik. En een echte viseter als de ijsvogel is vaak langs de beek te zien.”

Ik laat mij niet de gelegenheid ontnemen om heerlijk van een koel glas trappisten bier te snoepen. Vooral niet als het bier bijna direct van de brouwketels in het klooster, naar de tap in het trappistencafé van de Acher Kluis stroomt. Het is daar zelfbediening. Ze schenken er blond en donker bier, in grote glazen kelken. Je kunt er lekker op een groot terras in de zon van genieten. Ik kon de verleiding weerstaan om nog een tweede glas heerlijk koel blond trappistenbier te halen. Er moest deze zondag twee en twintig kilometer worden gewandeld en daar past geen overdaad aan zwaar bier bij. De grote onafzienbare heide van de Groote Heide wordt bereikt. De zandpaden zijn hier heel mul. De heide wordt begraasd door een grote kudde schapen. Medio 1981 begon de Belg Lou Gillis in de buurt van de Achelse Kluis met een eigen kudde Kempische heideschapen, afkomstig van de Heezer 'moederkudde'. Gillis had er zijn baan als chemisch analist voor opgegeven en had ongeveer een jaar stage gelopen in Kalmthout (B), in Rheden op de Veluwe en in Schotland. Met zijn vrouw Hilde en twee kinderen woonde hij in een huisje nabij het Beverbeekse kasteeltje in Hamont (B). Hilde verdiende bij door zelfgesponnen wol te verkopen, maar bij mooi weer hield ze met haar beide kinderen graag haar man gezelschap bij het hoeden van de schapen. Al grazend schoonden de schapen de heide van 'opslag' van berken, pijpenstrootje en andere ongewenste begroeiing. Als de heide niet begraasd of op een andere (mechanische) wijze beheerd wordt, zouden de heidevlaktes in de kortste keren dichtgroeien. Maar er gaat niets boven 'de gouden voetjes en kaken van de woldragers'. De toenmalige abt van de Achelse Kluis, had zoveel sympathie voor de herder en zijn kleine kudde van 150 schapen dat hij tegen de herfst van 1981 één van de schuren op het kloosterterrein liet leegmaken zodat de schapen er als noodoplossing tot en met de winter van 1982 onderdak konden vinden. Voorts mochten de schapen grazen op de 'Groote Heide' van het Leenderbos. In het najaar van 1982 kreeg de kudde een eigen kooi nabij het natuurgebied het Soeriks Goor. In 1987 vertrok herder Lou Gillis met zijn gezin naar Frankrijk om daar verder een bestaan als herder op te bouwen. Zijn opvolgers zorgen nu voor de ongeveer driehonderd-en-vijftig schapen en daarmee voor de instandhouding van een zeldzaam huisdierras.

De route verlaat de heide en gaat een naaldbos binnen. Hier is de laatste tijd druk gekapt en is aan weerszijden van de kromme zandweg een brede bosstrook verwijderd. Er zijn in het Leenderbos maar heel weinig rechte wegen, ze zijn bijna allemaal bochtig. Bij aanleg van het bos werden de heidepaden gehandhaafd. Bij een bank aan een brede zandweg kun je via een smal paadje naar het Klein Hasselsven lopen. Een school voorbeeld van een pingoruine, een perfect rond ven op de plaats waar aan het einde van de ijstijd een enorme zware ijsklomp heeft liggen wegsmelten. Het was ondertussen al later in de middag. De originele route van Staatsbosbeheer loopt via het dorpje Leendersstrijp, waar je je kunt laven op het terras van cafe de Hospes. Ik heb hier een stukje van de route afgesneden en het dorpje met terras rechts laten liggen. Ik vond het nu welletjes en wilde weer naar huis. Bij het parkeerterrein van het Leendersbos stond een ijskarretje. Een ijsje, met drie bolletjes op een hoorn, daar had ik wel oren naar, voordat ik de auto in ging. Lekker op een bank aan het ijsje likken, en genieten van de weldaad van het rusten. Deze rust hadden mijn deze dag zwaar op de proef gestelde onderdanen wel verdiend!

Downloaden GPS track van de route klik hier

Meer wandelingen op de website http://www.jvanderperk.nl/

1 opmerking:

Ester van Sambeeck zei

Beste Joop

op uw vlog vond ik een foto die ik graag zou willen gebruiken voor ons toeristisch magazine.
Daarin zal onder ander een artikel verschijnen over de zandgronden rondom De Achelse Kluis.
Mogen wij uw foto, met naamsvermelding, hiervoor gebruiken.
Voor meer informatie over onze organisatie kunt u kijken op www.degrooteheide.eu

het betreft de eerste foto uit deze blog: maandag 11 mei 2009
Wandelen door dicht bos, over heide, stuifzand en langs vennen, een glas koel trappistenbier bij de Achelse Kluis, Leenderbos en Groote Heide 22 km.